De Preventiemedewerker in de lift omhoog
0Het zal menig preventiemedewerker mogelijk ontgaan zijn maar middenin (!) de zomervakantie publiceerde het Ministerie van SZW ‘Arbo in Bedrijf 2018’: het tweejaarlijkse onderzoek naar naleving van de Arbeidsomstandighedenwet. Met daarin voor het eerst sinds jaren voorzichtige positieve ontwikkelingen. Een van die positieve ontwikkelingen is dat de “preventiemedewerker in de lift omhoog zit”.
Infographic (c) Wendel Post (met haar toestemming gebruikt). Voor een grotere versie klik hier.
Preventiemedewerker en naleving wetgeving
Als het gaat om de verplichtingen om als organisatie een preventiemedewerker te hebben, doen bedrijven het beter dan in voorgaande jaren. Het aandeel bedrijven mét preventiemedewerker is afgelopen jaren significant gestegen van 43% in 2014 naar 47% in 2016 én nu 54% in 2018. Bij kleine organisaties ligt dat percentage op 45% (1 tot 4 medewerkers) en bij grote organisaties (100 of meer) op 86%.
Zo’n 70% van de preventiemedewerkers verlenen vooral medewerking aan de uitvoering van de RI&E en de uitvoering van maatregelen. De nieuwe wettelijke taak van preventiemedewerker die in 2017 in de Arbowet is toegevoegd, overleg met de bedrijfsarts over verzuim en preventie binnen de organisatie, wordt door 45% ook daadwerkelijk ingevuld.
In slechts 12% van de gevallen vindt de benoeming van de preventiemedewerker in overleg plaats met de werknemers, de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging.
Kennis en wie is Preventiemedewerker
De manier waarop preventiemedewerkers aan kennis voor hun taken komen is, voor het overgrote deel, door ervaring (84%). Bijna 40% geeft aan dat ze een of meerdere opleidingen of cursussen hebben gevolgd. In 1-op-3 organisaties is de werkgever zélf de preventiemedewerker. In 15% van de organisaties is dat 1 van de werknemers. Ondanks de positieve ontwikkeling is dus in 46% van de organisaties nog geen preventiemedewerker aangesteld.
RI&E naleving
De RI&E-naleving laat een voorzichtige maar significante stijging zien; in 2018 had 49% van de bedrijven een RI&E en in 2016 was dat 45%.
Kleine bedrijven hebben minder vaak een RI&E, maar hier is wel een stijging in de naleving te vinden;
- Van de bedrijven met minder dan 10 werknemers heeft 43% een RI&E, in 2016 was dat 38%;
- Van de bedrijven met minder dan 26 werknemers heeft 46% een RI&E, in 2016 was dat 42%;
- Van de bedrijven met 26 of meer werknemers heeft 89% een RI&E en dat is hetzelfde als in 2016.
Het hebben van een RI&E is wel een van de minst nageleefde negen systeembepalingen, samen met het hebben van een plan van aanpak (38%) en het hebben van een preventiemedewerker (54%).
Van alle werknemers in Nederland werkt 83% in een organisatie met een RI&E, dat percentage is de laatste jaren stabiel.
RI&E toetsing en kwaliteit
In 39% van de bedrijven is een getoetste RI&E aanwezig (incl. bedrijven die vrij gesteld zijn van toetsingsverplichting). Bijna 25% van de getoetste RI&E’s, is getoetst in 2012 of eerder. Een aanzienlijk deel van de RI&E’s is al meer dan vijf jaar niet getoetst.
Uit de beoordeling van de kwaliteit van de RI&E’s blijkt dat 37% van de RI&E’s een (aantal) belangrijke risico’s mist. Er zijn ook RI&E’s waar geen enkel risico in zijn beschreven maar dat is slechts 1%. 61% van de werknemers werkt in een bedrijf met een complete RI&E.
Overige meest in het oog springende constateringen uit Arbo In Bedrijf 2018
- In 2018 hebben significant meer bedrijven zowel een RI&E als een contract met een arbodienstverlener, BHV en een preventiemedewerker. Waar in 2016 27% van de bedrijven aan deze vier belangrijke kernbepalingen voldeed, is dit in 2018 33% van de bedrijven. Nog altijd slechts een derde van alle Nederlandse bedrijven.
- Voor ruim de helft van de bedrijven is inmiddels een arbocatalogus van toepassing. Het gebruik van oplossingen uit de arbocatalogus neemt langzaam toe. Tussen 2016 en 2018 is het gebruik toegenomen van 16% naar 20% van de bedrijven.
- Van de in 2018 gemeten arbeidsrisico’s beheersen bedrijven het risico repeterende bewegingen het vaakst niet goed. Twee op de vijf bedrijven neemt geen adequate maatregelen voor dit risico (40%). Als het gaat om het risico werken op hoogte hebben bedrijven het beter voor elkaar. Een op de vijf bedrijven neemt geen adequate maatregelen voor dit risico (22%).
- In de bouwnijverheid en de landbouw spelen relatief veel van de in 2018 gemeten arbeidsrisico’s. Werken op hoogte, geluid en trillingen komen het vaakst voor in de bouwnijverheid, terwijl kracht zetten, repeterende bewegingen en ongunstige of statische lichaamshouding het vaakst voorkomen in de landbouw.
- Bedrijven zijn, tot slot, in 2018 beter bekend met regelgeving rondom zwangere werkneemsters en werkneemsters in de periode tot 6 maanden na de bevalling dan vier jaar geleden. De bekendheid met de regelgeving is significant gestegen van 39% in 2014 naar 58% in 2018.
Bron: Kamerbrief naleving kernverplichtingen arbeidsgerelateerde zorg Inspectie SZW 12-07-2019 en Arbo in Bedrijf 2018: voorzichtig positieve trend in veilig en gezond werken – aandacht blijft nodig (website rie.nl)