Plan van aanpak
Na het in kaart brengen van de arbeidsrisico’s (en achterliggende basisoorzaken) moet de organisatie een Plan van Aanpak (PVA) opstellen. Veelal wordt dit gedaan door aan te geven hoe (verbeteractie, -maatregel of -traject) bepaalde knelpunten/risico’s worden weggenemen (verminderen), wie daarvoor verantwoordelijk en wanneer het geregeld is. Zonder een actueel Plan van Aanpak is de risico-inventarisatie en -evaluatie dan ook niet compleet. Omdat u mogelijk niet alles direct kunt doen is het belangrijk om prioriteiten te stellen.
Leidend daarbij is de (hoogte van) risico-klasse van het geconstateerde (rest)risico.
In tweede instantie kunt u daarbij rekening houden met:
- Het aantal blootgestelde medewerkers;
- Andere plannen (bijv. verbouw of nieuwbouw);
- Financiële omstandigheden;
- Wens van de medewerkers.
In een RI&E rapportage of RI&E-instrument wordt vaak (direct gekoppeld aan het risico) een indeling met tijdsindicatie opgenomen. Bijvoorbeeld:
- Prioriteit 1: actie noodzakelijk op korte termijn (direct tot 1 jaar).
- Prioriteit 2: actie gewenst op middellange termijn (binnen 1 tot 2 jaar).
- Prioriteit 3: actie als aandachtspunt op lange termijn (binnen 2 tot 3 jaar).
Arbeidshygiënische strategie en redelijkerwijs-principe
Bij het formuleren en nemen van (verbeter)acties, maatregelen of verbetertrajecten moet u te werk gaan volgens de arbeidshygiënische strategie (ook wel bronaanpak of soms STOP genoemd), dat wil zeggen:
- Probeer eerst de bron van het probleem weg te nemen. (Bijv. aanpassen van een zit of sta- werkplek, aanschaf van een geluidsarmere machine)
- Collectieve maatregelen: scheiden van alle mensen en bron. (Bijv. belastende werkzaamheden verdelen over meerdere personen, taakroulatie; plaatsen van schadelijke of hinderlijke geluidsbronnen in een aparte ruimte)
- Individuele maatregelen: scheiden van individuele mens en bron. (Bijv. het gebruik van plaatselijke bronafzuiging)
- Het toepassen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). (Bijv. veiligheidsbril bij slijpwerkzaamheden)
De maatregelen op de verschillende niveaus hebben nadrukkelijk een hiërarchische volgorde. De werkgever moet dus eerst de mogelijkheden op hoger niveau onderzoeken voordat besloten wordt tot maatregelen uit een lager niveau. Het is alleen toegestaan een niveau te verlagen als daar goede redenen voor zijn (technische, uitvoerende en economische redenen). Dit is het redelijkerwijs-principe. Die afweging geldt voor elk niveau opnieuw. Al bij de inrichting van werkplekken en functies moet de werkgever gevaren proberen te vermijden volgens deze arbeidshygiënische strategie. (Zie ook arbo-abc/arbeidshygienische-strategie)
Eisen vanuit nieuwe toetsingscriteria per 1 juli 2022
Vanuit de nieuwe RI&E toetsingscriteria (1 juli 2022) worden onderstaande eisen gesteld. Iedere toetsende Arbokerndeskundige of arbodienst moeten deze elementen beoordelen in uw plan van aanpak.
- Zijn maatregelen voorgesteld om de gevaren weg te nemen of om de risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid zoveel mogelijk te beperken?
De verantwoordelijkheden van de werkgever gaan verder dan het voldoen aan wettelijke normen, omdat hij een beleid moet voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden (art. 3, lid 1, Arbowet). - Is bij de voorstellen voor risicobeperkende maatregelen rekening gehouden met de arbeidshygiënische strategie? (ook wel ‘bronaanpak’ of ‘S-T-O-P’ genoemd)
- Als in het plan van aanpak bij de voorgestelde maatregelen is afgeweken van de arbeidshygiënische strategie, is dit dan gemotiveerd?
- Is beschreven hoe de maatregelen worden geïmplementeerd? (bijv. ook aandacht voor budget en/of benodigde tijd?)
- Is de effectiviteit van de maatregelen ingeschat? (is na uitvoeren (voorgestelde) maatregelen zicht op (omvang) restrisico’s?)
- Is rekening gehouden met ongewenste consequenties van maatregelen?
- Is de juiste prioritering van maatregelen voorgesteld op basis van de weging van de grootte van de risico’s?
- Is het plan van aanpak concreet en realistisch (SMART)? (Specifiek – Is de doelstelling eenduidig? / Meetbaar – Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of vorm is het doel bereikt? / Acceptabel – Zijn deze doelen acceptabel voor de doelgroep en/of het management? / Realistisch – Is (het doel) haalbaar? / Tijdgebonden – Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn (einddatum, realisatie periode)? Loopt deze synchroon aan de risico-classificatie?)
- Hebben de door de werkgever aangewezen personen (actiehouders) voldoende bevoegdheid om de voorgestelde maatregelen uit het plan van aanpak uit te voeren?
OR? Instemming van ondernemingsraad verplicht!
U bent verplicht om de uitvoering van het Plan van Aanpak jaarlijks te bespreken met de werknemers of de werknemersvertegenwoordiging (ondernemingsraad). Indien u een ondernemingsraad heeft, dient deze OR met het Plan van aanpak in te stemmen (instemmingsrecht). Tijdens deze bespreking moet ook direct nagegaan worden of de risico-inventarisatie en -evaluatie (waarop het Plan van Aanpak is gebaseerd) nog actueel is of aangepast moet worden.