Elektriciteit - Wat moet? Wat mag? Wat helpt?
De Arbowet kent geen wettelijke bepalingen voor (het werken met/aan) elektriciteit, apart van dat het “veilig” moet plaatsvinden. Voor veilig werken bent u afhankelijk van normen (NEN-EN-ISO-IEC). En natuurlijk een flinke dosis gezond verstand. Want of het nu statische elektriciteit of gewone laagspanning of hoogspanning is, het kan bij ondeskundig gebruik kan dodelijk zijn.
Door verkeerd gebruik van elektriciteit kan een werknemer stroom door het lichaam te verwerken krijgen, met alle gevolgen van dien. Maar er kan ook explosiegevaar ontstaan als elektriciteit gebruikt wordt als ontstekingsbron. Past u ook op dat op de werkplek geen magnetische velden ontstaan. Last-but-not-least loert ook het gevaar van indirecte ongevallen: door een (niet gevaarlijke) schok kan een werknemer (van de trap) vallen.
Wat moet?
De werkgever dient zich aan de bestaande normen te houden. De belangrijkste zijn:
- NEN 1010 – installatievoorschriften voor laagspanningsinstallaties;
- NEN 1040 – installatievoorschriften voor hoogspanningsinstallaties;
- NEN- EN- IEC 60079-14 – installatievoorschriften voor ruimten met gasontploffingsgevaar;
- NEN 3134 – installatievoorschriften voor medisch gebruikte ruimten;
- NEN 1014 – bliksemafleidersinstallaties;
- NEN 3140 – werkvoorschriften lage spanning.
Meest gangbaar zijn de normen NEN 1010 voor laagspanningsinstallaties en NEN 3140 voor het werk aan elektrische installaties of in de omgeving daarvan. Het is een misverstand te denken dat slechts bij aanraking van bijvoorbeeld blootliggende geleiders gevaar ontstaat. Bij hoogspanning (boven 1.000 Volt) kan levensgevaar optreden bij het te dicht naderen van de geleider. Slechts competente en goed opgeleide werknemers mogen met elektriciteit werken.
Wat mag?
Probeer waar mogelijk de spanning van de installaties af te halen of met lage spanning te werken. Zorg ook dat medewerkers goed zijn opgeleid en voldoende voorlichting & instructie hebben gehad.
Zorg dat medewerkers alleen werken met dubbel geïsoleerd gereedschap en zorg dat dit ook niet defect is. Het is belangrijk om te weten dat het smeltpatroon (zekering) de zwakste schakel in de stroomketen is.
In de Risico- Inventarisatie en Evaluatie staan, wanneer jouw bedrijf hiermee te maken heeft, maatregelen uitgeschreven om problemen met elektriciteit te voorkomen.
Wat helpt?
Voldoende kennis over elektriciteit en de gevolgen van verkeerd gebruik. De gevolgen van stroomdoorgang zijn onder meer afhankelijk van stroomsterkte. Zo treedt tussen de 10 en 20 milliampère al spierverkramping op. Daarboven kan hartproblemen of zelfs hartstilstand veroorzaken. Ook lichaamsgewicht en conditie van het slachtoffer, wissel of gelijkstroom, tijdsduur van de schok, de route door het lichaam, het geslacht, klimaat (vocht geleid beter) en bij direct contact, de grote van het aanrakingsoppervlak spelen een rol.
Zorg dat je bedrijf hier voldoende maatregelen voor getroffen heeft om de risico’s op arbeidsongevallen met elektriciteit te reduceren.
- haal bij het werken aan installaties de spanning eraf;
- zorg dat medewerkers goed zijn opgeleid;
- werk alleen met dubbel geïsoleerd gereedschap;
- isolatie moet altijd goed zijn;
- vervang meteen defecte isolatie;
- goede afscherming van schakel- en stoppenkasten;
- pas zoveel mogelijk lage spanning toe;
- weet dat het smeltpatroon de zwakste schakel in de stroomketen is;
- plaats het afschermdeksel altijd meteen terug;
- zorg voor een goede veiligheidsaarding;
- hoe hoger te spanning, des te groter de afstand tussen lichaam en geleider moet zijn.
Meer informatie is te vinden in het kennisdossier “Elektrische veiligheid” [>>>]