Defibrillator (AED) - Wat moet? Wat mag? Wat helpt?
Een defibrillator is een apparaat waarmee men door het toedienen van een elektrische schok het hart van een bewusteloze patiënt soms weer op gang kan helpen. Dit lukt alleen als de patiënt inderdaad bewusteloos is ten gevolge van bepaalde ritmestoornissen.
Wat moet?
Een bedrijfshulpverlener (BHV’er) moet in gevaarlijke situaties letsel en schade bij collega’s en gasten zoveel mogelijk voorkomen en beperken. De taken van een BHV’er zijn onder meer het verlenen van eerste hulp bij ongevallen en het beperken van de gevolgen van ongevallen. Ook het gebruik van een defibrillator kan tot het takenpakket van een BHV’er behoren. De werkgever moet zorgen voor (bij)scholing over bedrijfshulpverlening, oefeningen en voldoende materiaal.
Wat mag?
Elke Nederlander mag een Automatische Externe Defibrillator (AED) gebruiken. Een AED is een apparaat dat via twee plakelektroden op de ontblote borstkas de hartactie van een slachtoffer met een hartstilstand registreert. Aan de hand van computergestuurde protocollen geeft de defibrillator gesproken opdrachten aan de leekhulpverlener. De AED vervangt niet de basale reanimatie. Deze reanimatie is wel altijd nodig om de hersenfunctie veilig te stellen, de tijd te overbruggen tot de AED er is en het hart zelf voor te bereiden op een of meer stroomstoten van de defibrillator.
Ongetrainden zijn in staat een AED te gebruiken, maar dit gaat wel ten koste van kostbare minuten. Een korte extra training van een paar uur, als men al kan reanimeren, is daarom gewenst. Iedereen kan een AED-cursus volgen als onderdeel van een reanimatiecursus.
Wat helpt?
De komende jaren zullen er steeds meer AED’s komen op openbare plekken en binnen bedrijven. Wees op de hoogte waar een AED beschikbaar is.